Je raakt de tel kwijt

15-0 / 30-0 / 30-15 / 30-30 / 30-40 / deuce / voordeel / deuce / nadeel / deuce / voordeel / deuce / voordeel / deuce / nadeel / deuce / nadeel / deuce / voordeel / 1-0. Bij pak ‘m beet een handbal- of voetbalwedstrijd zou het met bovenstaande telling van gescoorde punten nu 11-9 geweest zijn . Maar nee, bij ons spelletje tennis sta je maar met 1-0 voor. Bizarre telling. Geen mens die het kan uitleggen.

Niet waar natuurlijk, want de telling bij tennis heeft wel een geschiedenis. Weliswaar geen eenduidige , want er zijn verschillende verklaringen voor die vreemde manier van het bijhouden van de score. Komen ze: Allereerst gaan we terug naar de Middeleeuwen toen er naast de baan een klok werd gezet die de kwartieren aangaf. Bij het eerste gescoorde punt verschoof je de wijzer naar minuut 15, bij het tweede naar 30 en bij het vierde naar 45 en bij winst van wat wij nu de game noemen, naar het hele uur. Aannemelijk is dat beide partijen een klok aan hun kant van de baan hadden. Oh ja, de 45 is in de loop van de tijd veranderd in 40, omdat quarante (we schrijven Frankrijk) sneller uit te spreken valt dan quarante-cinq. Evengoed wordt deze verklaring door sommigen bij het grofvuil gezet, omdat de klokken tot aan de 15e eeuw helemaal geen kwartieren aangaven; slechts halve en hele uren…. Wat móet je hier nou mee?

Dan hebben we nog de uitleg via de munteenheid uit de Middeleeuwen, het muntstuk van 60 cent. De tenniswed-strijd was in die tijd een strijd om ‘wedde’, zeg maar beloning. Ieder gescoord punt was een ‘kwartje’ waard. Dus, daar hebben we ze weer: 15, 30 en 45 cent. En de 5 van 45 moet later ‘verdwenen’ zijn en veranderd in een 0; wellicht om dezelfde reden als hierboven beschreven.

Of moeten we de telling van de punten toeschrijven aan het in de 12e eeuw gespeelde spel ‘jeu de paume’? Na het eerste gemaakte punt mocht de speler in dat spel 15 voet naar voren gaan (met een lijn op de baan aangegeven). Na het tweede punt nog eens 15 (jawel, bij elkaar 30) en na het derde punt nog eens 10 voet. En daar hebben we het getal 40! Uiteindelijk stond je veel dichter op het net, in je voordeel, want er werd zonder racket gespeeld! Tot zo ver het mysterie rond de 15-30-40; doe ermee wat u goed lijkt.

Maar we zijn er nog niet. Want de regel wanneer een game gewonnen is, nl. pas met een voorsprong van twee gemaakte punten, is toch ook wel apart. Een game kan daardoor erg lang duren (zie de eerste alinea van dit artikel). Winnende punt na een deuce lijkt mij eigenlijk wel wat. Maar nee, het Franse ‘Être à deux de jeu’, later verbasterd in het Engelse deuce, gaf al aan dat er twee punten verschil moesten zijn om te winnen. En dat laten we dus dan maar zo; eerbied voor de geschiedenis. Die Engelsen toch met hun ‘traditions’. Want verengelst is het tennis zeker, gelet op de terminologie bij het spel.

Nog zo iets: de tiebreak, iets nieuws. Vanwege de daarin veranderde service-volgorde wordt dan in ieder geval gelukkig gewoon vanaf 1 geteld; geen gedoe dus. Maar ook daarin wordt de regel van twee punten voorsprong om winst te behalen gehanteerd. En dat past dan wel weer goed in de traditie.