Rituelen Gewoontes Bijgeloof

Het is ook wel gewoon grappig hoor, al die gewoontes die tennissers op de baan ten toon kunnen spreiden. Of vooraf aan een belangrijke wedstrijd. Van dit laatste zullen wij Houtrusters niet al te veel last hebben; dat is voorbehouden aan de toppers in onze sport. Kom ik zo op terug.
Maar ook wij moeten aan onszelf toegeven dat er kleine en wat grotere dingetjes insluipen in ons gedrag op de baan. Noem het rituelen waar je je graag, en vaak onbewust aan houdt. In iets ernstiger gevallen zou je van bijgeloof kunnen spreken. Waarom ernstiger? Als jouw gedragingen je een gevoel van zekerheid zouden moeten geven, vinden sportpsychologen dat dit een stap te ver gaat. Je moet niet afhankelijk worden van je rituelen, zeggen ze dan. Die mogen je een gevoel van rust geven, van focus op het spel. Dat wel. Feitelijk kies je dus bewust voor een bepaald soort rituelen, in plaats van de denkfout te maken dat je door het gebruik ervan sowieso beter zult gaan spelen.

Wordt het nu tijd om eens wat rituelen onder de loep te nemen. Wat kunnen wij zoal op onze banen aantreffen aan ingesleten gewoontes? Meest opvallend zijn misschien wel de voorbereidingen die getroffen worden door degene die de opslag verzorgt. Het laten stuiten van de bal voor de slag. Hoeveel keer? Alleen bij de eerste opslag? Of ook bij de tweede? Met of zonder racket stuiten? We weten allemaal dat er nog geen garantie is dat de opslag goed zal gaan verlopen, maar toch houden we ons vast aan dit ritueel. Want focus! Nog één: het zenuwachtig draaien van het racket in je hand, in afwachting van de opslag die op je af gaat komen. Zal ook wel met focus te maken hebben, want een tennis-technische reden kan er niet zijn. Kopieergedrag kan het wel zijn. De toppers doen het, dus dan zal het mij ook wel helpen. Verkeerde gedachte.
Echt leuk zijn de rituelen bij onze inspirerende voorbeelden, de toppers. Van: het hele toernooi dezelfde onderbroek dragen (beeld je het maar niet in, stel dat de finale gehaald wordt….) tot: als serveerder 4 ballen ontvangt van de ballenmeisjes/-jongens, om er vervolgens, na ‘keuring’ (waarop??) weer 2 terug te geven. Of: nooit bij de wisseling van kant eerst je linkervoet over de zijlijn zetten, op weg naar je stoeltje, maar altijd eerst je rechter. En: het is jouw servicebeurt, maar je loopt eerst even weg van de baseline, gaat stil staan concentreren en aan je haar plukken, draai je dan resoluut om om de opslag te gaan spelen.

Rituelen die zich op het grensvlak met bijgeloof bevinden zijn te vinden in de categorie van handelingen voorafgaand aan of tijdens een toernooi. De toppers kunnen er wat van! Ik noem: tijdens ieder volgend Wimbledon-toernooi in dezelfde kamer van hetzelfde hotel willen logeren. En: je baard laten staan tijdens het toernooi (kopieergedrag van een vorige winnaar van dat toernooi). Of: dan maar het toernooi vervolgen zónder onderbroek aan, omdat je je eigen setje vergeten was mee te nemen en de eerste partij in het toernooi zónder had gespeeld én gewonnen! En: eenmaal een gewonnen partij gespeeld met speciale sokken aan, dan ook de rest van het toernooi.
Natuurlijk is het toepassen van rituelen niet alleen voorbehouden aan tennissers (m/v), veel andere sporters kunnen ook niet zonder. Maar tennis, als veelal individueel gespeelde sport, vraagt om een focus die heel erg op jezelf gericht is. Het tennisspel kent best veel ‘dode momenten’, die gebruikt kunnen worden om dan bepaalde gewoontes/rituelen uit te voeren. Alles om de concentratie vast te houden. Dus pluk je bv. aan de snaren van je racket, daarmee een overgang creërend naar het volgende te spelen punt. Vergeet daarmee het vorige punt, dat je ongelukkig verloor, en concentreer je m.b.v. een voor jou werkende gewoonte op het volgende punt. Je laat je daardoor niet afleiden door interne (gedachten) of externe (publiek) factoren. Sportpsychologen adviseren dit alles om grip te kunnen blijven houden op het totaal van de tenniswedstrijd; om daardoor het ‘juiste gevoel’ te krijgen. In één woord samen te vatten: focus!

Goed, nog een paar dan: tijdens het toernooi geen telefonisch contact met je ouders opnemen. Echt waar, gebeurt. Of: je drankflesjes keurig in het gelid voor je stoel zetten, met de labels gericht op de kant waar je moet gaan serveren. Echt waar, gebeurt. De taxi die jou van het hotel naar het tenniscompex vervoert moet altijd dezelfde route volgen, want je weet maar nooit wat er onderweg voor onverwachts kan voorvallen. Serieus waar, komt voor. Altijd 8 flesjes water bij je hebben tijdens een wedstrijd, en 8 rackets, en 8 handdoeken. Het bestaat.
Ach, wij liefhebbers van het spel lachen maar een beetje om die toppers en hun bijgelovige aard. Ze zullen er baat bij hebben; denken ze. Wij beperken ons tot ‘liefst zelf het scorebord omdraaien’ bij de wisseling van kant. Of: na een gescoord punt liefst met persé díe bal de volgende opslag willen doen. En: “Laat mij maar links spelen, want de vorige partij wonnen wij toen ik daar speelde”. Nul garantie op succes hoor bij onze onschuldige rituelen. Hoewel, zou je de tegenstander er misschien mee uit haar/zijn spel kunnen halen? Ach nee, niet op Houtrust. We zijn immers een nette vereniging.